Zeeland

In de Zeeuwse staten is vrijdag een soort van reddingsplan voor Omroep Zeeland in de prullenbak geworpen. Je zou Omroep Zeeland kunnen gaan gebruiken voor Zeeland promotie, had de ChristenUnie bedacht en als motie in de vergadering gebracht. En je zou er ook een platform bij kunnen onderbrengen voor Zeeuwse ondernemers.

Het provinciebestuur zou daartoe de regie moeten gaan voeren, onder meer door er andere ‘relevante’ organisaties bij te betrekken, zoals bijvoorbeeld de VVV, bedrijfsleven en andere regionale en plaatselijke media.  Dat gaan we zo dus niet doen, reageerde SP-statenlid Ronald Viergever. Zo’n plan leidt volgens hem niet tot versterking, maar juist tot een verdere verzwakking van de onafhankelijke regionale journalistiek.

ChristenUnie en PVV (als mede-indiener van de motie ) vinden Omroep Zeeland vooral van belang voor de ‘identiteit van Zeeland’. Programma’s zouden de provincie niet alleen beter zichtbaar moeten maken, maar ook moeten bijdragen aan zelfbewustzijn en verbondenheid. Allemaal heel mooi, vindt de SP, maar daar is de publieke regionale omroep niet voor in het leven geroepen. ,,Omroep Zeeland is geen instrument voor Zeeland-promotie”, zei SP-Statenlid Ronald Viergever. Hij drong er op aan te gaan praten over een initiatief ‘waarmee we Omroep Zeeland en regionale onafhankelijke journalistiek beter zouden kunnen dienen’. Woordvoerders van D66, GL en PvZ  vielen hem bij.

Ook media-gedeputeerde Ben de Reu bleek niet zo gecharmeerd van de opvattingen van de ChristenUnie en PVV. ,,Dan zou ik me onmiddellijk met de programma-inhoud gaan bemoeien. Dat lijkt me niet verstandig’. Voor de indieners van de motie was dat alles reden om bakzeil te halen. De gedeputeerde beloofde nog wel (zoals hij ook al eerder had toegezegd) in Zeeland een rondje langs de regionale en plaatselijke media te maken om te bekijken hoe die denken over meer onderlinge samenwerking. Maar hij waarschuwde voor te hoge verwachtingen: commerciële media als de PZC en Ctv maakten onlangs nog ondubbelzinnig duidelijk dat zij niets voelen voor samenwerking met gesubsidieerde media.