SP-Kamerlid vraagt opheldering over ‘verwoestende wildgroei’ langs Zeeuwse kust
SP-Kamerlid vraagt opheldering over ‘verwoestende wildgroei’ langs Zeeuwse kust
De SP vreest dat het Kustpact geen einde maakt aan de verwoestende wildgroei van vakantieparken langs de Zeeuwse Kust, met name ook bij de Brouwersdam en op Noord-Beveland. Dat blijkt uit schriftelijke vragen die SP-kamerlid Eric Smaling vandaag (maandag) heeft gesteld aan minister Schulz.
In hoeverre is het plan om een aanzienlijk deel van de Brouwersdam vol te bouwen met luxe vakantiehuizen in strijd met het Kustpact, wil de SP weten. En wat kan de minister ondernemen tegen de wildgroei aan vakantieparken en landgoederen in de gemeente Noord-Beveland?
Het SP-kamerlid behoorde tot de ruim zeshonderd mensen ( zie foto) die begin deze maand een protestlint vormden tegen het Brouwerseiland-plan. Hij sprak zich daarbij ook uit over plannen van de gemeente Noord-Beveland, die volgens hem ‘het hele aangezicht van het centrale deel van Zeeland grootschalig zullen aantasten’.
Hij wil nu van de minister weten of dit is geoorloofd binnen het Kustpact. En of een kleine gemeente in zo’n ecologische en toeristisch belangrijk gebied zulke vergaande plannen uitvaardigt, zonder dat provincie of Rijk daar beperkingen aan stelt. ,,Welke middelen heeft U om de gemeente Noord-Beveland, al dan niet via de provincie, een aanwijzing te geven om deze allesverwoestende plannen door te zetten?”
In dat verband hekelt Smaling ook de geheimhouding die de gemeente Noord-Beveland oplegt op een overeenkomst tussen Zeeuwse Lagune BV en het Rijksvastgoedbedrijf, die moet leiden tot het opspuiten van een schiereiland in het Veerse Meer. ,,Waarom mag de burger niet weten wat er gebeurt? Gaat alleen de gemeente over een plan met zulke grote ruimtelijke gevolgen?”
Wat is de ontwikkeling van het vakantiehuisjes- en hotelbestand in Zeeland over de laatste tien jaar en wat zit er nog aan ontwikkelingen in het vat? Is de bezettingsgraad meegegroeid met het aanbod?
Tenslotte vraagt de SP’er opheldering over de hoeveelheid te bouwen vakantiehuizen die worden gebruikt als beleggingsobject, afgezet tegen de werkelijke behoefte aan dat soort huizen. ,,Leveren we niet alsnog het hele Oosterschelde-gebied, inclusief de hiermee in verbinding staande wateren, uit aan de projectontwikkelaars?”